KANTL in de pers

Met de bekendmaking van de literaire canon kwam de KANTL tijdens de voorbije week in zowat alle media.

{entry_title}

Een overzicht van de voornaamste berichten over de canon vind je hier.

Eén artikel heeft ons in de Academie allemaal erg doen blozen. De column van Els Snick voor De Standaard Online ('De mening') is zo jubelend dat we even niet wisten waar we het hadden.

De tekst staat hier online, maar je kan hem ook hieronder lezen.

 

Canon

Els Snick

Als literair vertaler beschouw ik mezelf als een bruggenbouwer tussen Vlaanderen en Nederland. Ik speel ongegeneerd de vrijmoedige struise Vlaamsche als ik in de Nederlandse media word opgevoerd en geniet van de waardering die ik mede daardoor krijg voor mijn werk.

Ik doe niet moeilijk als mijn Amsterdamse uitgevers in mijn teksten ‘in vogelvlucht’ willen vervangen door ‘hemelsbreed’ en als ik de personages niet ‘te voet’ maar ‘lopend’ ergens naartoe moet sturen. Het streelt natuurlijk ook mijn ijdelheid dat ik mijn boterham verdien bij prestigieuze Amsterdamse uitgeverijen.

Maar gisteren heeft zich iets vreemds in mij voltrokken. Mijn afkeer van alle nationalisme ten spijt werd ik een trotse Vlaming. Onze eerbiedwaardige Koninklijke Academie der Nederlandse Taal en Letterkunde, zeg KANTL, presenteerde een nieuwe literaire canon, vanuit Vlaams perspectief (DS 2 juli). Het doel is leraren, bibliotheken, leesclubs en theatermakers te inspireren en voor het eerst sinds lang weer een brede discussie over literatuur op gang te brengen. Op Radio 1 stond de Nederlandse criticus Onno Blom meteen op zijn achterste poten, en trapte daarmee in de val die de opstellers van de KANTL-lijst voor ogen hadden. Hoe kun je immers kritiek geven op een canon zonder zelf van een te bekritiseren canon uit te gaan? Waar verdraaid zijn Komrij en Wolkers gebleven, vroeg Blom zich af. Wat heeft Richard Minne, in Nederland immers onbekend, op die lijst te zoeken? Smalend verweet hij de wereldvreemde heren professoren hun eigen favoriete lijstje tot de canon te hebben gebombardeerd. Natuurlijk zijn Komrij en Brouwers geweldig en verdienen ze een plaats in de canon, net als Couperus, Reve, Mulisch of Hermans, die er wel in staan. Een canon opstellen is harde keuzes maken en daar dan met voor- en tegenstanders over discussiëren. Literatuur levend maken, daar gaat het om.

De literatuur leefde gisteren zoals ik het lang niet heb meegemaakt, in dat zonovergoten park bij het prachtige zeventiende-eeuwse kasteel van Beauvoorde. De professoren waren zo slim geweest de organisatie van het evenement over te laten aan jonge KANTL-medewerkers met kennis van zaken en veel lef en genoten zwetend onder hun hemd-met-das zichtbaar van het resultaat. Muzikanten en schrijvers van alle slag kwamen de canon hun steun betuigen met indrukwekkende, ontroerende, prachtige performances. Cartoonist Daniël erbij halen om de gecanoniseerde werken te illustreren is een geweldig idee en maakt de canon-website nu al spectaculair. De KANTL toont wat literatuur moet doen: jong en oud verbinden, aanzetten tot discussie over kunst en haar vermogen om actuele problemen te begrijpen, om hoop en troost te bieden in barre tijden. Chokri Ben Chikha die met Vlaanderen de leeuw aan de haal gaat of Tom Lanoye zijn interpretatie laten geven van de liefdesgedichten van Guido Gezelle – hoe eenvoudig kan het zijn om onze klassiekers op te frissen.

Deelt de koning binnenkort weer lintjes uit? Laat de hele equipe van de koninklijke academie aantreden! En laten we met zijn allen deze zomer Buysse, Van de Woestijne, Walschap en Boon in de reiskoffer doen.

  Deel deze pagina