De literaire canon in het Letterenhuis?
Meerdere titels uit de canon zijn vertegenwoordigd in de collectie van het Letterenhuis in de vorm van manuscripten in verschillende fases van voltooiing, zoals eerste versies, geredigeerde handschriften of typoscripten en drukproeven. In veel gevallen bewaart het Letterenhuis een heel archief van de schrijvers van canonteksten, met handschriften van andere werken, briefwisseling en persoonlijke documenten die zicht geven op de tijd waarin de auteurs werkzaam waren, de creatieve processen en de literaire of artistieke netwerken. De canonteksten zijn op die manier herkenbare toegangen tot de enorme collectie van het Letterenhuis. Het archief zit immers vol met grote en kleine verhalen uit de literatuurgeschiedenis.
Cruciale archiefstukken
Onlangs verwierf het Letterenhuis cruciale archiefstukken (zoals de manuscripten) van werken uit de literaire canon via de collectie Baestaens, bijvoorbeeld van Pallieter van Felix Timmermans en de Nagelaten gedichten van Paul van Ostaijen. Daarnaast verrijkte de aanwinst de collectie met handschriften en typoscripten van ándere belangrijke werken van ‘canonauteurs’, onder meer van Hugo Claus, Guido Gezelle, Hendrik Conscience en Karel van de Woestijne. Deze archiefstukken vormen een mooie aanvulling op het rijke archiefmateriaal dat het Letterenhuis al van deze auteurs bewaarde.
Literaire reeks 'Schrappen en schaven'
Benieuwd naar de originele handschriften van bijvoorbeeld Pallieter van Felix Timmermans, De Leeuw van Vlaenderen van Hendrik Conscience, Het dwaallicht van Willem Elsschot of De Oostakkerse gedichten van Hugo Claus? En ook nieuwsgierig naar wat het Letterenhuis nog meer te bieden heeft aan archiefstukken van onder anderen Karel van de Woestijne, Stijn Streuvels, Louis Paul Boon, Maurice Gilliams en Ivo Michiels? Je leest het de komende weken hier.
Deel deze pagina