Christine D’haen (1923-2009) is de ‘grande dame’ en de ‘first lady’ van de Vlaamse poëzie. In 1991 won ze als eerste vrouw de Prijs der Nederlandse Letteren voor een even wonderlijk als weergaloos oeuvre. De in 2011 postuum verschenen bundel De beker van Djamsjied leek haar poëtische testament, maar onlangs is in haar literaire nalatenschap nog een andere ongepubliceerde bundel opgedoken: Geboorte.
Deze gedichtencyclus begint met de paradoxale vraag: ‘Hoeveel geboortes hebben mij gebaard?’ De dichteres beantwoordt de vraag zelf door in 19 gedichten evenveel geboortes op te roepen. De allereerste is de lichamelijke geboorte. De volgende geboortes zijn geestelijke gebeurtenissen die haar leven telkens weer een nieuwe wending gaven. Meer dan in haar andere verzen biedt D'haen ons een prangende inblik in haar persoonlijkheid.
De bundel werd op 30 april in de KANTL aan het publiek voorgesteld. Luc Devoldere (Academielid en hoofdredacteur van Ons Erfdeel) ging in gesprek met Paul Claes, die goed met Christine D'haen bevriend was. Claes heeft de bundel ook van een nawoord en aantekeningen voorzien.
De bundel is verkrijgbaar via Poëziecentrum.
Deel deze pagina