Toespraak Erik Vlaminck voorzitter KANTL

Erik Vlaminck werd verkozen tot voorzitter van de Koninklijke Academie voor 2015. Hij volgt Marcel De Smedt op. Bij zijn ambtsaanvaarding tijdens de algemene vergadering van de Academie op 21 januari 2015 hield hij deze toespraak.

Beste mensen,

Met de deur in huis: in heel Europa staan toelagen en subsidies voor cultuur, onderzoek en erfgoedconservering onder zware druk. Ook in de portemonnee van deze Academie hebben we dat al gevoeld en zullen we het nog voelen. Het maakt mij, als nieuwbakken voorzitter, zeer alert.

Een schaap dat geschoren wordt doet er best aan om stil te zitten maar de KANTL is, gelukkig maar, geen schaap. Ik ben ervan overtuigd dat de KANTL in deze tijden van schaarste en bezuiniging moet aantonen springlevend te zijn. Ik ben ervan overtuigd dat dit instituut, nog meer dan voorheen, inspanningen moet leveren om zijn maatschappelijke relevantie waar te maken en in de kijker te zetten.

Ik ben blij dat de hele bestuursploeg daar op die manier over denkt. Ik mag u dan ook, met hun permissie, een ambitieus beleidsprogramma voor 2015 voorleggen. Speerpunten daarin zijn: de uitwerking en de presentatie van een dynamische canon van de Nederlandstalige literatuur vanuit Vlaams perspectief,de organisatie van een colloquium over het Nederlands in het hoger onderwijs, en de ambitie om mee het voortouw te nemen in de oprichting van een Instituut voor de Nederlandse Taal in Vlaanderen. Alstublieft, en moet er nog zand zijn?

Het canonproject krijgt vorm dankzij een actieve en hardwerkende canoncommissie en met sterke steun van enkele leden van de personeelsequipe. Medewerking van tal van partners, zoals o.a. het Vlaams Fonds voor de Letteren, Radio 1, Boek.be, het Letterenhuis en Ons Erfdeel, doet mij met verwachting uitkijken naar de zomer en het najaar waarin de Academie een inspirerende literatuurlijst kenbaar zal maken. Uiteraard zal de lijst ook hier en daar wat deining veroorzaken. Maar dat is goed, want het is stil waar het nooit waait.

Met een colloquium over het Nederlands in het hoger onderwijs wil de Academie een heikel vraagstuk voor het voetlicht plaatsen. Reeds in 2010 nam ze in dit verband een standpunt in. Het kan geen kwaad om er nu, vijf jaar later, opnieuw uitgesproken aandacht aan te schenken. Op een spijker moet meer dan één keer geklopt worden vooraleer hij in het hout verankerd zit.

De KANTL wil ook mee de basis leggen voor een initiatief dat moet leiden tot een 'Instituut voor de Nederlandse Taal in Vlaanderen'. Dat wil ze bij voorkeur doen in een consortium met de afdelingen neerlandistiek van de Vlaamse universiteiten. De eerste stappen voor planning en overleg werden daarbij reeds gezet.

Over de canon, over het Nederlands in het hoger onderwijs en over het Instituut voor de Nederlandse Taal in Vlaanderen zal nog uitgebreid gesproken worden tijdens volgende algemene vergaderingen. Het is een ambitie om op regelmatige tijdstippen, met de leden en met de ereleden, open en diepgaand debat te voeren over beleidsopties en over alle materie waar de Academie zinvol standpunt kan innemen. Mijn voorganger heeft met goed resultaat geijverd voor een grotere betrokkenheid van de leden en de ereleden bij de werking. De ambitie om meer debat in te bouwen in de vergadercultuur is een voortzetting van dat beleid.

De Academie is het zichzelf ook verplicht om zich -in dit tijdsgewricht waarin 'schermkijken' een menselijke basisbehoefte werd- meer, en vooral anders, publiek zichtbaar te maken. Websiteconfiguratie, een adequate persstrategie en eventueel ook aanwezigheid op de sociale media moeten prioritaire aandacht krijgen. Het eigen publicatiebeleid verdient evaluatie en meer visibiliteit. Daarnaast moet de ingeslagen weg om van het Academiegebouw een open huis te maken verder bewandeld worden. Colloquia, lezingen, boekpresentaties en andere cultuurevenementen moeten van dit prachtige erfgoedgebouw een bruisende publieksplek maken.

Koken kost geld, en de subsidiebron verschraalt. De Academie zal zich willens nillens moeten beraden over fundraising, crowdfunding, sponsoring en andere lelijke woorden. Ik gebruik met opzet de Engelse terminologie. Bedelen klinkt zo armlastig terwijl het managersjargon dezelfde actie tot referentie verheft.

Tussen haakjes: jullie weten dat ik mij wel eens geërgerd heb aan de prominente plaats die kolonievorst Leopold II in onze vergaderzaal inneemt. Over dat koningsportret werd al enig debat gevoerd. Ik denk dat de slotsom is dat de heer Van Saksen-Coburg aan de haak blijft hangen waar hij al zó lang hangt maar dat er werk gemaakt wordt van een begeleidende gids bij alle kunstwerken die de zaal rijk is. In die gids kan op serene manier historisch correcte duiding gegeven worden over de levenswandel van de afgebelde personen. Het zal verhelderend zijn en de facto behoort het ook tot onze opdracht.

Het was mij een genoegen om tijdens het voorbije jaar als bestuurslid nauwer kennis te maken met de mensen die in dit huis hun brood verdienen. Zonder hen was deze bonbonnière vol historie, eruditie en potentie al lang letterlijk en figuurlijk een ruïne geworden. Het team werd -vanwege een aangehaalde buikriem- gereduceerd van 11 tot 8 medewerkers en tegelijkertijd maakt het voorliggende beleidsplan de werkopdracht groter. Het is hartverwarmend om te constateren hoe zij zich desondanks enthousiast en met ambitie engageren in de aangeboden projecten. Ik wil hier, namens het bestuur, mijn dank uitspreken en om applaus vragen voor Marijke, Frank, Nicolas, Annick, Wim, Ron, Bert en Cindy.

Sterkend was ook de collegialiteit waarop in 2014 de bestuurscommissie dreef. Ik ben blij dat deze commissie voor 2015 intact blijft. De wijsheid van Jef, de bevlogen ervaring van Frank, de koersvastheid van Marcel en de deskundige punctualiteit van Willy geven veiligheid aan een voorzitter en garanderen gedragen besluitvorming en vernieuwend behoud van traditie.

Ik ga ervan uit, mijn voorganger wees er zonet trouwens ook al op, dat de vergadering de meerwaarde beseft van wat Willy Vandeweghe -onze vast secretaris- dagelijks, vastberaden en plichtsbewust bijdraagt aan het functioneren van het genootschap en zijn werking. Een applaus is het minste wat u hem geven kan.

Ik wil ten slotte, zeer uitdrukkelijk, Marcel De Smedt bedanken. Marcel was een straf voorzitter. Efficiënt werkend. Perfect hoofdzaak van bijzaak scheidend. Altijd op het doel afgaand. Zonder franjes of gezever. Rekening houdend met ieders mening. Altijd op post. Altijd op tijd, bij het begin van de vergadering en vooral ook om een eind aan de vergadering te maken. Ik geef hem graag een persoonlijk cadeau. Ik heb getwijfeld tussen zaaigoed voor zijn hof of een boek. Het is een boek geworden: Jozef en zijn broers van Thomas Mann. 

Mij rest alleen u beleefd en wreed gemeend te danken voor het roekeloze vertrouwen dat u mij geeft om het voorzitterschap over dit genootschap te mogen waarnemen. Ik zal mijn best doen.

21 januari 2015, Erik Vlaminck

  Deel deze pagina