Beste collega's, beste medewerkers van de Academie,
Dat een jaar ongelooflijk snel voorbijgaat, hoef ik u niet te zeggen. Ik kan nauwelijks geloven dat het een jaar geleden is dat ik hier mijn nieuwjaarsbrief heb voorgelezen. Ik heb er die brief nog eens op nagekeken, en ik denk dat we in alle oprechtheid mogen zeggen dat 2014 een goed jaar geweest is voor de Academie. Een aantal verzuchtingen die ik vorig jaar uitsprak, hebben vorm gekregen. Andere dan ook weer niet.
De Academie is in de loop van 2014 verscheidene malen naar buiten getreden, en heeft op diverse manifestaties een ruim publiek aangetrokken. Ik verwijs naar de presentatie van de bundel 'Lotgenoten' van ons erelid Gwy Mandelinck op 29 maart, met o.m. Herman Van Rompuy als spreker. Beauvoorde was een groot succes; de tent was nauwelijks groot genoeg, en sommige leden zullen zich blijvend herinneren hoe ze met grote sier per taxi van Gent-St. Pieters naar het Beauvoordse kasteel gebracht zijn.
Er was in oktober het succesrijke colloquium over oorlogsdagboeken met o.m. de deelname van Sophie De Schaepdrijver. En op de algemene vergadering in oktober werd de Wetenschappelijke Prijs voor Literatuurstudie 2014 uitgereikt aan Sarah de Mul en kreeg Herman Brinkman de Vijfjaarlijkse Prijs van de Academie voor de studie van oudere literatuur, taal en cultuur in de Nederlanden; op die vergadering konden we het interessante gesprek volgen tussen Luc Devoldere en Stefan Hertmans. Deze agenda zorgde voor alweer een volle zaal, en enkele dagen later kreeg ons medelid prompt de prestigieuze ako-literatuurprijs.
Er waren enkele memorabele presentaties van door de Academie uitgegeven werk. Ik verwijs naar de presentatie in november van de digitale brieveneditie Streuvels en zijn Nederlandstalige uitgevers, naar de boekpresentatie in maart van Maeterlinck en de natuur/Maeterlinck face à la nature, een gezamenlijk initiatief van onze Academie en de Académie royale de langue et de littérature françaises. Een andere samenwerkingsprimeur maakten we mee op de presentatie begin december van het werk van Jürgen Pieters Op zoek naar Huygens. Italiaanse leesnotities, een co-editie met het Poëziecentrum.
De volledige jaargang 2013 van ons tijdschrift Verslagen en Mededelingen is verschenen, en de eerste aflevering van jaargang 2014 is bijna ter beschikking. Volgende afleveringen zitten in de pijplijn.
Aan een desideratum dat hier vorig jaar werd uitgesproken, namelijk van interessante gebeurtenissen of lezingen een digitaal archief aan te leggen, werd ruimschoots tegemoet gekomen. Van een aantal van de hier opgesomde activiteiten werden foto's en/of filmopnames gemaakt, die bovendien op de website van de Academie te zien zijn.
Er waren in 2014 vier voorjaarsconferenties en in het najaar drie 'Door de mazen van het net'-bijeenkomsten ter verdediging van onterecht niet meer gelezen auteurs. Deze bijeenkomsten konden zich op een steeds groeiend aantal aanwezigen verheugen.
Ook qua beleid heeft de Academie niet stilgezeten. In het voorjaar werd een heus Beleidsplan 2015-2019 opgesteld, en in het najaar werd het Huishoudelijk Reglement bij de tijd gebracht. Enkele afgeleiden, een commissie-, een prijzen- en een bibliotheekreglement, zullen eerstdaags verder vorm krijgen.
Het stond niet in mijn vorige nieuwjaarsbrief, maar een interessante ontwikkeling dit jaar was de opening van het Canondebat en de oprichting van een Canoncommissie, op vraag van het Vlaams Fonds voor de Letteren. Ik denk dat we daar met de nieuwe voorzitter in het nu komende jaar nog heel wat meer van zullen horen.
Er waren in het afgelopen jaar goede contacten met de Brusselse Academie (KVAB) en met de Jonge Academie. In juni heeft Samuel Mareel van de Jonge Academie hier trouwens het woord gevoerd. Ondertussen maakt hij ook deel uit van onze canoncommissie.
En dan zijn er de contacten met politiek en overheden. Er zijn de jongste tijd afspraken gemaakt met onze voogdijminister Sven Gatz (gesprek voorzien op 4 februari), met de Algemeen secretaris van de Taalunie Geert Joris, die naar de Bestuurscommissie van februari komt, en met de voorzitter van de Cultuurcommissie Bart Caron. In die gesprekken zullen o.m. het canondebat, de ideeën over een Instituut Nederlands en over het Nederlands in het Hoger onderwijs aan bod komen.
Ons onderzoekscentrum, het CTB, heeft in 2014 een nieuw elan gekregen, o.m. dankzij de aanwerving van Bert Van Raemdonck als coördinator. Het CTB levert elke maand een puik en realistisch rapport af over de werkzaamheden. Trouwens het academiepersoneel in zijn geheel heeft in 2014 goed werk geleverd. Het feit dat de begrotingsprognoses ons verplicht hebben tot een zekere personeelsafslanking, heeft de loyaliteit en de toewijding van het zittende personeel niet aangetast.
Wat de accommodatie in het huis betreft: het schrijversverblijf werd ingericht en kreeg de mooie naam 'Torenpaviljoen'; in de zomermaanden heeft de eerste schrijver er al enige tijd 'vertoefd'. De binnentuin werd aangelegd, en werd in gebruik genomen ter gelegenheid van het bezoek van Europees Raadsvoorzitter Van Rompuy. Onlangs werd die tuin nog verrijkt met een fietsenstalling, bestemd voor personeel en de sportieven onder onze leden.
Wanneer ik mijn nieuwjaarsbrief van vorig jaar ter hand neem, zie ik dat een van de daar opgesomde desiderata nog op vervulling wacht, met name de toekenning van een 'prijs voor de bevlogen leraar'. Maar goed, er moet toch nog wat op de agenda blijven voor de komende werkingsperiode. De nieuwe voorzitter zal trouwens straks nog wel wat meer op de agenda zetten. Een ander aandachtspunt was de aanwezigheid van de leden op de vergaderingen: we zijn nog niet helemaal waar we moeten zijn, maar ik heb toch de indruk dat er van verbetering kan worden gesproken. Gelukkig komen ook tal van onze ereleden geregeld naar de vergaderingen. En binnenkort worden er twee nieuwe leden geïnstalleerd en worden er twee nieuwe verkozen.
Ik hoop maar, beste collega's, dat mijn uiteenzetting niet al te zeer als een goed-nieuws-show overkomt. Dat kan ook niet tegen een achtergrond van ingrijpende besparingen (7,5 % in 2015), maar wat goed is en wat goed functioneert, mag toch eens vermeld worden.
We zitten in een nieuw jaar, niet met een nieuw bestuur, althans niet met nieuwe gezichten, maar wel met wisseling in de mandaten. De bestuursvergaderingen duurden ook in 2014 vrij lang; dat lag grotendeels aan het feit dat naast de afhandeling van de gewone agenda ook het Beleidsplan moest worden opgesteld en het Huishoudelijk reglement aangepast. U weet dat ik tegen te lange vergaderingen ben, maar het enthousiasme én de werkkracht van alle bestuursleden waren zo aanstekelijk dat de tijd ongemerkt verstreek. Ik wil hier uitdrukkelijk hulde brengen aan alle leden van de Bestuurscommissie, vooral aan Willy Vandeweghe, in de praktijk de immer nijvere baas en animator van de Academie, aan Marijke De Wit, die als directeur haar sporen verdient, aan Frank Willaert en Jef van Loon voor hun nooit aflatende inbreng, én aan Erik Vlaminck, die zich als ondervoorzitter al duidelijk geprofileerd heeft: hij heeft het canondebat op gang gebracht, had het lumineuze idee in de najaarsconferenties wat vergeten of niet meer gelezen auteurs te laten verdedigen, een idee dat volgend najaar zeker een vervolg mag krijgen. Zijn inbreng voor de professionalisering van de begroting en het algemeen beheer wordt sterk geapprecieerd. Kortom, met zo een voorzitter kan het dit jaar niet mis gaan.
Beste collega's, de ploeg voor 2015 staat klaar. Met de medewerking van u allen, van àlle academieleden en van alle personeelsleden, wordt dit zonder twijfel een boeiend jaar. Ik wens u allen een geïnspireerd en gezond 2015 toe.
Ik dank u.
Deel deze pagina