In De hartenjager. Leven, werk en roem van Gerbrandt Adriaensz. Bredero (2018) wekt Van Stipriaan zijn protagonist Bredero (1585-1618) tot leven door zijn uitmuntende kennis van het politieke en culturele klimaat in het tot een wereldstad uitbottende Amsterdam én door zijn grondige en genuanceerde lectuur van het werk, die hypotheses niet mijdt, maar deze wel steeds toetst aan wat echt aantoonbaar is.
De hartenjager is ook en misschien wel vooral een voortreffelijke inleiding op het literaire werk van de Amsterdamse auteur. Van de gecanoniseerde auteurs van de zeventiende eeuw zijn Bredero’s teksten wellicht het minst toegankelijk voor de hedendaagse lezer. Van Stipriaan maakt niettemin overtuigend duidelijk Bredero tot een bredere internationale beweging behoorde – waartoe onder meer ook William Shakespeare gerekend mag worden – waarin personages individuen zijn met hun eigen gedachten, waarnemingen en beslissingen, die alles zelf moeten uitzoeken en zich daarbij vergissen door zich door hun eigen hartstochten te laten meeslepen.
De jury roemt Van Stipriaan om de meesterlijke weergave van de culturele en historische context waarin Bredero heeft geleefd, het genuanceerde aftasten van de grenzen tussen zekerheid en hypothese, de uitputtende kennis van de Brederoreceptie en -studie tot de dag van vandaag, en vooral: de heldere en overtuigende wijze waarop het soms weerbarstige werk van deze zeventiende-eeuwse auteur voor het hedendaagse publiek inzichtelijk wordt gemaakt.