Sebastian Brants satire Dasz Narrenschyff (1494) maakte snel furore in de kring van de humanisten dankzij Jakob Lochers bewerking Stultifera Navis (1497). Geïnspireerd op die bestsellers verscheen in 1500 een Vlaamse versie: Der zotten ende der narren scip, toegeschreven aan de Gentse humanist Josse Bade (1462-1535), een tijdlang bevriend met Desiderius Erasmus.
Het boek is een vrome satire op zotten en dwazen op weg naar hun ondergang. Het bestaat uit 117 hoofdstukken met meestal eerst een motto, dan de hoofdtekst geïllustreerd met een houtsnede, waarna doorgaans een berijmde moraal volgt. De hoofdstukken lijken op columns over de mens, die geneigd is tot alle dwaasheid.
Het Narrenschip in de Lage Landen omvat twee banden:
- Het eerste deel (480 blz.) is een heruitgave van Josse Bades boek, met op de rechterbladzijden telkens de facsimile van de originele uitgave en op de bladzijde daarnaast een hertaling naar het hedendaagse Nederlands
- Het tweede deel (724 blz.) bevat een inleiding tot de tekst en een enorme schat aan extra informatie, aantekeningen, cultuurhistorische toelichtingen en afbeeldingen die de tekst van Bade nader toelichten. Dit veelomvattende en overrompelende tweede deel laat zich lezen als een handleiding bij de wereld van de Lage Landen uit het jaar 1500, voor de nieuwsgierige lezer van vandaag.
Over de auteurs
Theo Janssen is oud-hoogleraar Nederlandse taalkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Ann Marynissen is hoogleraar Nederlandse taalkunde aan de Universität zu Köln, en lid van de KANTL.
Bestel het boek online (bij onze partner Leuven University Press).
Over het boek
"It is beautifully illustrated with color plates throughout the book. [...] This is a masterpiece of scholarly editing." (Jan Bloemendael in Renaissance Quarterly, LXXI I / 3)
"De vertalers en uitgevers, beiden neerlandici-linguïsten, hebben de bestaande literatuur in verschillende talen als nauwgezette analyses van middeleeuwse opvattingen aan de hand van originele bronnen bij elkaar gezet. Het resultaat is van een zeer hoog wetenschappelijk gehalte." (Johan Verberckmoes in Volkskunde 2019/2).
"Prettig is dat de bladspiegel niet wordt verstoord door een groot aantal noten. Die zijn immers voorbehouden voor een dikker tweede deel, met een zeer uitvoerige inleiding van 214 pagina's, gevolgd door gedetailleerde aantekeningen over elk denkbaar aspect van de lopende tekst van het Narrenschip." (Bram Caers in TNTL 135/3-2019)