Ton Anbeek is een letterkundige met lef. Als hoogleraar, onderzoeker en criticus heeft hij het beeld van de moderne Nederlandse letterkunde diepgaand beïnvloed. In zijn literair-historische studies, essays, recensies en polemieken ontwikkelde hij een geheel eigen, vaak gedurfde visie op de Nederlandse literatuur vanaf 1880. In dit boek buigen dertien neerlandici zich over Anbeeks belangrijkste publicaties, zijn wetenschappelijke uitgangspunten en zijn opvattingen over literatuur en kritiek. Hun onderzoek toont Anbeek als een veelzijdig onderzoeker en criticus die met succes een ruim publiek wist aan te spreken. Tegelijk laat het zien welke debatten de studie van de Nederlandse literatuur beheersten van de jaren zestig tot vandaag. Een vraaggesprek waarin Ton Anbeek terugblikt op zijn eigen loopbaan en een persoonlijk nawoord van vak- en generatiegenoot Anne Marie Musschoot maken het beeld compleet.
Met bijdragen van: Janna Aerts (Vrije Universiteit Brussel), Lars Bernaerts (Universiteit Gent), Ellen Beyaert (Universiteit Gent), Siebe Bluijs (Universiteit Gent), Elke Depreter (Vrije Universiteit Brussel), Nele Janssens (Universiteit Gent), Anne Marie Musschoot (Universiteit Gent), Linde De Potter (Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience), Jan Lampaert (Universiteit Gent), Koen Rymenants (onafhankelijk onderzoeker), Maxime Van Steen (Universiteit Gent), Carl De Strycker (Universiteit Gent), Lieselot De Taeye (Universiteit Gent), Alyssa Verhees (Vrije Universiteit Brussel)