'Wie schaft er op de woorden?' Vijf keer Streuvels lezen

Met Stijn Streuvels (1971-1969) is iets vreemds aan de hand. Hoewel verscheidene hedendaagse Vlaamse letterkundigen met naam en faam hem uitbundig eer betoond hebben, hoewel er al sinds 1994 een Streuvelsgenootschap bestaat, dat jaarlijks een fraai uitgegeven bundeling van artikelen over deze auteur de wereld instuurt, en hoewel bijzondere Streuvelsuitgaven op antiquarische beurzen en veilingen ongekende prijzen halen, is vrijwel geen enkel van zijn werken nog nieuw te verkrijgen. "Wordt niet meer gelezen"? Toch is dat nu precies wat dit boek wil doen: Streuvels lezen en herlezen. Concreet worden vijf spilteksten uit het oeuvre aan een grondige lectuur onderworpen: Langs de wegen (1902), Minnehandel (1903), De vlaschaard (1907), De blijde dag (1909) en ten slotte Het leven en de dood in den ast (1926). De vraagstelling bij deze lectuur is heel gevarieerd, maar is doordrongen van één gevoel: de fascinatie voor de precieze verwoording. Hoe staat het er, met welke en met hoeveel woorden, en hoe lukraak of noodzakelijk zijn die woorden, en hoe codeert de tekst hun betekenis? Vooral die plaatsen die vaak bij uitstek niet of nauwelijks gelezen worden - zoals ruimtebeschrijvingen, details, metaforen - genieten daarbij de bijzondere aandacht.

Vul onderstaand formulier in zodat wij de publicatie van uw keuze kunnen opsturen. Wij houden u op de hoogte van de verzending.