Smessaert, Hans

Hans Smessaert (Brugge, 1965) is licentiaat in de Germaanse Filologie (KU Leuven, 1987) en Master of Arts in Linguistics (University of Chicago, 1988). Hij promoveert, o.l.v. Flip Droste en Alice ter Meulen, tot doctor in de Taalkunde (KU Leuven, 1993) met een proefschrift over comparatieve determinatoren zoals ‘meer/minstens/minder/hoogstens’ en de aspectuele adverbia zoals ‘nog niet/al/nog/niet meer’. De grondig herwerkte analyse van de aspectuele adverbia, die in 1996 wordt bekroond met de Prijs Taalkunde van de KANTL, verschijnt in 1999 als ‘Perspectief en Vergelijking. Aspectuele partikels in het Nederlands’.
Van 1993 tot 2003 is hij werkzaam als post-doctoraal onderzoeker bij het FWO-Vlaanderen. In 2003 wordt hij benoemd tot docent aan de KU Leuven en in 2006 tot hoofddocent. Sinds 2014 is hij hoogleraar Nederlandse en Algemene Taalkunde aan de KU Leuven. Binnen de opleiding Logopedische en Audiologische Wetenschappen (Faculteit Geneeskunde) doceert hij de basismodules fonetiek & fonologie, syntaxis & morfologie, semantiek & pragmatiek en taalontwikkeling. In dit verband werkt hij aan de handboekenreeks ‘Basisbegrippen Taalkunde’ bij Uitgeverij ACCO, waarvan inmiddels het deel ‘Semantiek’ (2009), ‘Fonetiek en Fonologie’ (2012, met Wivine Decoster) en ‘Morfologie’ (2013) zijn verschenen. Op vraag van de Vlaamse Vereniging voor Logopedisten schrijft hij in 2009, samen met Inge Zink, het inleidende overzicht ‘Taalontwikkeling stap voor stap’. Binnen de opleiding Taal- en Letterkunde (Faculteit Letteren) doceert hij de vakken Argumentatieleer en Formele Semantiek.
Zijn wetenschappelijk onderzoek situeert zich op twee domeinen. Wat betreft de Nederlandse Taalkunde gaat zijn belangstelling uit naar de interactie tussen syntaxis en semantiek bij de voegwoorden, de bijwoorden en de voorzetsels en in conditionele zinnen. Binnen de Algemene Taalkunde bestudeert hij aanvankelijk de formele semantiek van kwantoren en aspectuele adverbia. Meer recent richt hij zijn onderzoeksaandacht vooral op de zgn. Logische Geometrie, de studie van logische relaties van oppositie of tegenstelling (zowel Aristotelische relaties van contradictie en contrariteit, als Dualiteitsrelaties van interne en externe negatie) en hun visualisatie m.b.v. 2D en 3D-diagrammen. Dit project verloopt in erg nauwe samenwerking met de Leuvense logicus Lorenz Demey.

Selectieve bilbiografie

Smessaert, Hans (1996). “Monotonicity properties of comparative determiners”. In: ‘Linguistics and Philosophy’ 19/3, 295 336.

Smessaert, Hans (1999). ‘Perspectief en Vergelijking. Aspectuele partikels in het Nederlands’. Studies op het gebied van de Nederlandse Taalkunde 4. Belgisch Interuniversitair Centrum voor Neerlandistiek. Leuven: Uitgeverij Peeters.

Smessaert, Hans & ter Meulen, Alice G.B. (2004), “Temporal reasoning with aspectual adverbials”. In: ‘Linguistics and Philosophy’ 27/2, 209 261.

Smessaert, Hans, Bert Cornillie, Dagmar Divjak & Karel van den Eynde (2005). “Degrees of clause integration. From endotactic to exotactic subordination in Dutch”. In: ‘Linguistics’ 43/3, 471 529.

Smessaert, Hans & Lorenz Demey (2014). “Logical Geometries and Information in the Square of Oppositions”. In: ‘Journal of Logic, Language and Information’ 23/4, 527 565.

persoonlijke website:
www.logicalgeometry.org/

volledige bibliografie:
wwwling.arts.kuleuven.be/ComForT/hsmessaert/publicaties.htm